Aardrijkskunde

Maak je eigen stad

Maak je eigen stad

Groep 5-6 - Aardrijkskunde

Door: Meester geoffrey

Benodigdheden:

Toen ik met mijn groep 6 bezig was met het thema stad en dorp, kwamen ook de zogenaamde "stedelijke functies" aan de orde. Deze zijn o.a. wonen, werken, winkelen, recreƫren en reizen. De kinderen begrepen wel dat je die dingen in een stad moest hebben om er goed te kunnen wonen, maar verder was het allemaal nog een beetje vaag voor ze. Ik besloot om het wat concreter te maken, en ze zelf deze functies toe te laten passen bij het maken van een eigen stad.

Ik begon deze les met de vraag wat je allemaal in een goede stad moet hebben, en wanneer een stad nou fijn is om in te wonen. De kinderen kwamen in eerste instantie al met huizen, winkels en wegen. Als criteria bedachten we dat alles goed bereikbaar moest zijn, en dat er ook plekken moesten zijn waar je lekker kon spelen. De stedelijke functies kwamen ook nog een keer aan bod, om het nog een keer te herhalen.

Toen vertelde ik dat de kinderen zelf een stad gingen maken. Zelfs de koppies van de kinderen die een hekel hadden aan aardrijkskunde begonnen op te klaren. Ik deelde de stencils uit, en vertelde wat de bedoeling was. De kinderen zouden een plattegrond van een stad maken, waarbij ze letten op de dingen die net besproken waren. Er moest een goede verhouding zijn tussen wonen, werken, winkelen, recreƫren en reizen (van alles ongeveer evenveel). Ook moesten ze rekening houden met de criteria: alles moest goed bereikbaar zijn, je moest een beetje lekker kunnen spelen en huizen naast fabrieken worden meestal niet erg gewaardeerd. Voor de rest mochten ze helemaal hun fantasie gebruiken, als het maar een stad werd waar je goed in kon wonen. Als voorbeeldje had ik een eigen stad gemaakt, die ik met de kinderen besprak. Toen mochten ze zelf aan de slag.

De opdracht was goed gelukt, en de kinderen konden goede steden presenteren. Bij de nabespreking kwam weer de vraag naar voren: waarom is dit een goede stad om in te wonen (of niet!)? De kinderen vonden het een leuke opdracht, en die stedelijke functies zaten nu wel goed verankerd in het geheugen. Als je deze les gaat geven, moet je wel op twee dingen letten. Ten eerste heb ik het werken gesymboliseerd door fabrieken, maar dat betekent natuurlijk niet dat iedereen in fabrieken werkt. Dat moet je er wel even bij zeggen. Ten tweede zijn kinderen soms geneigd om iets raars te gaan verzinnen. Eis echt van ze dat ze goed nadenken over de criteria, en wat nou een goede stad is.

Ik hoef denk ik niet te vermelden dat je ook een stad van doosjes en restmateriaal kunt maken. Maar voor degenen die dat erg omslachtig vinden, is dit een goed alternatief.