Thema's
Groep 1, 2: Drie contactspelletjes
Kussendans
Nodig: kleine kussens of vloerbedekkingstaaltjes (voor ieder kind 1), cassette met kinderliedjes.
Leeftijd: vanaf 3 jaar.
De kinderen lopen in een wijde kring om de kussens heen die verspreid op de grond liggen en zingen met de liedjes mee. Als de muziek stopt, moeten ze vlug op een kussen of matje gaan zitten.
Herhaal dit een paar keer en maak duidelijk dat ze niet op hetzelfde kussen hoeven te gaan zitten, maar wel 1 kind op 1 kussen. Gaat het goed, haal dan een kussen weg. Als de muziek nu stopt is er dus 1 kussen te weinig. Het kind dat geen kussen meer vindt valt af en mag een kussen weghalen waarop het aan de kant moet wachten tot het eind van het spelletje. Dit gaat door tot er 1 kind overblijft en dat is de winnaar. Wie vangt de bal?
Nodig: een bal.
Leeftijd: vanaf 3 jaar.
De kinderen staan in een wijde kring. Zeg dan bijvoorbeeld: 'Ik gooi de bal naar Frank.' Frank vangt de bal en gooit deze terug. Gooi daarna de bal naar een ander kind, nadat haar of zijn naam genoemd is. Geef zo alle kinderen een beurt. Als het voor de kinderen nog te moeilijk is om de bal te vangen, dan kan de bal natuurlijk ook gerold worden. Laat in dat geval de kinderen zitten in de kring.
Tik, tik, tik, wie ben ik?
Nodig: een blinddoek.
Leeftijd: vanaf 3 jaar.
De kinderen zitten in een kring en 1 kind zit geblinddoekt in het midden. Een ander kind dat aangewezen wordt, gaat nu zachtjes naar het geblinddoekte kind en tikt op zijn rug, terwijl hij zegt: 'Tik, tik, tik, wie ben ik?' Wordt het de eerste keer goed geraden dan mag een ander kind op de rug van het geblinddoekte kind tikken. Wordt het niet goed geraden, dan mag het kind dat geblinddoekt was weer in de kring en het kind dat tikte krijgt de blinddoek om.